Als werkgever moet je alle afspraken omtrent het dienstverband van de werknemer invullen. Dit wordt uitgevraagd in verschillende onderdelen, een overzicht hiervan vind je hier.
De derde stap is het invoeren van het rooster en salaris van de medewerker. De eerste stap hierin is het selecteren van een type medewerker. Er bestaan vijf types in de applicatie, die hieronder één voor één worden toegelicht. Een keuze hier heeft namelijk gevolgen voor de hierop volgende velden.
3.3.1. Oproepmedewerker
Bij de keuze oproepmedewerker moeten de volgende velden ingevuld worden;
In de eerste plaats wordt gevraagd om het salaris. Indien een cao schaal geselecteerd is in Nmbrs, komt deze als keuze beschikbaar. In het voorbeeld de CAO Schaal Sociaal Werk. Het alternatief bij een oproepkracht is bruto uurloon. Netto uurloon is met opzet achterwege gelaten omdat dit bij eventuele loonsverhogingen of wijzigingen in wet en regelgeving snel tot problemen lijdt.
Na de selectie van bruto uurloon, zoals in bovenstaand voorbeeld, wordt gevraagd om het gemiddeld aantal te werken uren per week voor de komende 52 weken. Dit is een schatting waarop het jaarloon wordt berekend. Het jaarloon bepaald vervolgens het belastingpercentage over bijzondere beloningen, zoals het uitbetalen van vakantiedagen of een bonus. Werkt iemand bijvoorbeeld elke zaterdag, dan zal de schatting bijvoorbeeld 8 uur per week zijn.
De tool berekend automatisch een geschat jaarloon, waarbij de berekening getoond wordt. Indien gewenst, kan dit aangepast worden.
Bij een oproepkracht stoppen hier de invoervelden. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om een auto van de zaak toe te voegen.
3.3.2. Medewerker vaste contracturen
Voor een fulltime medewerker of parttime medewerker met vaste contracturen moet dit type gebruikt worden. Deze keuze resulteert in andere invoervelden dan de oproepkracht;
In de eerste plaats wordt gevraagd om het rooster. Hier wordt automatisch het bedrijfsrooster opgehaald uit Nmbrs. Indien er meerdere bedrijfsroosters zijn binnen één bedrijf moet hier eerst een keuze in gemaakt worden.
Indien het een parttime medewerker betreft, moeten de juiste uren op de juiste dagen ingegeven worden. Als men in de even weken een ander rooster werkt, kan via ‘toon week 2’ de afwijking ingevoerd worden.
Vervolgens wordt gevraagd om het salaris. Indien een CAO Schaal van toepassing is, wordt deze keuze weergegeven. Het alternatief is een fulltime bruto loon.
De combinatie van het salaris en het rooster resulteert in een berekend jaarloon. Dit gaat om een voorstel, wat overschreven kan worden. Het vakantiegeld wordt meegenomen, maar bijvoorbeeld een vast eindejaarsuitkering niet. Dit kan dus handmatig worden overschreven.
Na de keuze van het salaris volgen bovenstaande velden over de auto van de zaak. Dit wordt in een apart artikel uitgelegd.
3.3.3. Stagiair(e)
Het derde type betreft de stagiair. Deze keuze resulteert in een beperkt aantal velden;
In de eerste plaats wordt gevraagd om het rooster, dit werkt gelijk aan de beschrijving bij het type medewerker vaste contracturen. Daarnaast wordt automatisch het component stagevergoeding beschikbaar, waarop het bedrag per loonperiode ingevoerd moet worden.
3.3.4. DGA
De DGA werkt gelijk aan de medewerker vaste contracturen. Voor de uitleg van de velden verwijzen we naar 3.3.2. Bij het doorzetten naar de salarisadministratie zullen andere instellingen meegegeven worden, zodat de verwerking in de loonadministratie juist gaat.
3.3.5. BBL-leerling
Het type BBL-leerling werkt ook gelijk aan de medewerker vaste contracturen. Voor de uitleg van de velden verwijzen we naar 3.3.2. Er is echter met opzet onderscheid in type gemaakt om te voorkomen dat de leerling foutief als stagiair wordt ingevoerd. Daarnaast worden ook andere instellingen meegegeven naar de loonadministratie voor een juiste verwerking.
Klik hier om naar de volgende stap te gaan en hierover de uitleg te lezen.
Opmerkingen
0 opmerkingen
Artikel is gesloten voor opmerkingen.